maandag 29 december 2014

Helemaal in de ban van koning Winter



We hebben er al een klein voorproefje van gehad de voorbije dagen. Een eerste "winterprik" zoals dat heet. En als toemaatje serveerden de weergoden ons een zondag zoals ik me iedere winterdag zou wensen; een stralende zon aan een staalblauw hemelgewelf, knisperende sneeuw, krakend ijs met temperaturen die een blos op de wangen toveren en je longen tot in de puntjes een poetsbeurt geven. 
Geen moment heb ik geaarzeld om laarzen aan te trekken en in m'n winterjas te duiken, de koude in en mijn neus achterna, want die loopt als de beste bij dit weer.

En kijk wat ik van mijn wandeling voor jullie mee terug bracht om hier op mijn blogvloertje uit te spreiden : een 100% warmtebestendig, poederzacht en kamerbreed sneeuwtapijt om nog even op weg te dromen. Mag ik je bij de hand nemen? Of dwarrel je liever samen met de sneeuwvlokjes, m'n witte wereld in?


Wat je ook beslist, m'n Winterwonderland is maar één muisklik meer verwijderd.






En nu maar hopen dat er nog zo'n zonovergoten vriesdagen volgen de komende weken.
Hier zijn we er alvast klaar voor!









Ik wens jou en je geliefden alle goeds toe voor 2015! 









dinsdag 25 november 2014

Kairos

 "While he 's easy to grasp as he approaches, once he passed by, the moment of action has likewise expired, and if neglected, it cannot be recovered" 



- Concerning 'Kairos' from 'Aesop fables' by Phaedrus (6th B.C.) -











“Tak...tok...tak...tok…”, de raderen van de oude klok knabbelen met lange tanden aan de laatste uren van deze verstilde novembermorgen, terwijl de wijzers de ochtendlijke seconden als broodkruimels, onopgemerkt, richting middag vegen op het tafelblad van de tijd. Het huis is in diepe rust. Sporadisch kraakt ergens een boekenplank onder het gewicht van de papieren gedachten die hij dag in dag uit op zijn rug te torsen heeft, klinkt zacht gesis van een ergernis die achter de deurknop bleef hangen nadat één der bewoners voor zijn dagdagelijkse vertrek de voordeur achter zich sloot. De kussens op de sofa liggen onderuitgezakt, elk in een hoek tussen rug- en armleuning, nog uitgeteld van de vorige avond.

Zacht ruisen de speakers van de Cd-speler hun staat van paraatheid door de ether. Op wacht, als soldaten die zich onsterfelijk wanen, staan ze trots geposteerd in de twee meest strategische hoeken van de woonkamer, klaar om ook aan het eind van deze dag weer appèl te blazen. Even slaat in de keuken de motor van de koelkast aan, maar dan warrelt opnieuw de stilte, zacht als zijde binnen, en rolt zich over de meeste geluiden heen. Buiten landt een duivenpaartje op het terras en flitst enkele seconden later ijlings een zwarte vogel voorbij het vensterraam. Vanachter het muurtje wacht een lapjeskat geduldig het moment af dat allicht vandaag niet meer langs komt.

Zonnestralen vallen tussen de resterende boomblaadjes, door het vensterglas aan scherven op het tafelblad terwijl lichtvlekjes zich teder neervleien op de linkerwang van een mijmerende vrouw, die voorovergebogen zit boven een vel papier. Haar pen glijdt er gniffelend overheen en vormt krullen en gebogen lijnen, dartel opwippend van het witte oppervlak, om enkele millimeters verder weer neer te dalen en haar gedachtegolven in woordlijnen te registreren, op het ritme van de heersende stilte ... 
Tot ze aan het eind van het blad en de voormiddag is gekomen en vindt dat het nu wel lang genoeg geduurd heeft.

Ze krabbelt overeind en gauw nog “aardappelen”, “melk”, “eieren”, “ontbijtgranen” en “boontjes” op een gele post- it die ergens in haar buurt rondslingerde; legt vervolgens haar pen neer en staat op. De hoogste tijd om die twee stoorzenders van soldaten uit hun waan te halen. 
Ze loopt vastberaden op de kast af en schakelt hen in één handbeweging allebei uit, samen met de CD-speler. “Ziezo, de boeken toe” denkt ze, en gaat over tot de orde van de dag.

Terwijl ze het lijstje samenvouwt en in haar jaszak stopt, prevelt ze nauwelijks hoorbaar : “Nog gauw even deze boodschappen halen vóór de winkel sluit”. Een fluistering die na haar vertrek nog seconden lang blijft zweven tussen de in een zonnestraal gevangen stofjes en de allesoverheersende herfstrust van deze schitterende novembermorgen,  





- DagEnDauw -










vrijdag 21 november 2014

Droomtijd


... een fantasietje uit onze beider






Jij vertelde fantastische verhalen terwijl ik - als betoverd - doorheen de vervloeiende wolkenhallen aan de horizon, in de verte zat te staren. Ongemerkt sloop de avond op haar tenen binnen en veranderde de blauwe hemel boven onze hoofden in parelmoer, om hem vervolgens te verdonkeremanen tot de dageraad. De nacht verduisterde ook jouw lichte gedachten en boetseerde de paradijselijke ruimte in je woorden om, tot er slechts beklemming overbleef.

Plannen en zwaarden werden gesmeed in het schijnsel van knetterende vlammen die de rotswanden oplichtten en lieten dansen. De grot vulde zich met hoefgetrappel van stoere paarden die opgetuigd werden voor de grote slag. Waar eens bonte kleuren argeloos heersten en broze wezens dwaalden, ontrolden zich nu in de gloed van het pas aangemaakte vuur, strijdtaferelen voor mijn geestesoog.

Het was een onbestemde tijd.
We waren niet van vlees en bloed, maar uit godenstof geweven en keken vanaf ijle hoogte uit onze schuilplaats neer op een nog onbevlekte wereld, die lag te wachten op wat komen zou. Op het slot van ons verhaal paste precies de sleutel van het nieuwe leven.

Met het ochtendgloren werden prille mogelijkheden geboren.
De ster die we des nachts samen aan het uitspansel hadden gepland, schonk me de kleuren om jouw verhalen vorm te geven op die eerste dag. Ik schepte gretig uit haar stralen met mijn beide handen en strooide alle licht het dal in zodat de geschiedenis daar zijn aanvang nam.


Jij zag het en zei me dat het goed was…













woensdag 12 november 2014

Lam Gods


Eentje dat ik al even geleden schreef en publiceerde maar dat best nog actueel bleef dankzij de aan gang zijnde restauratie van bovenvermeld polyptiek ...

























of Meester Van Eyck en de muis


De tijd van Het Boek
is niet voorbij
glansrijk glijdt de muis 
over de kunstuitgave
en maakt zich meester van het werk.

Een schepper delft nooit 't onderspit.
"Van Eyck" is nu
"Van Ick",  grapt hij
en dubbelklikt.
Maar dood krijgt hij hem niet.

Op primitieven heeft de tijd geen vat.
Hun stof verdwijnt onder de mat
en 't Lam Gods blikt virtuoos verrast 
een virtuele toekomst in, denkend :
"Dit is pas het begin."





- DagEnDauw -








maandag 27 oktober 2014

In de huid van een eenzame oude man





Ik slenter
zonder gedachten, nergens heen.
Nergens heen
en toch voel ik met elke pas
een verwijdering
van alles wat ooit was.

Elke voet verder 
is er één
 naar de toekomst.
Alleen ... met de weg die me leidt
van herinnering tot herinnering
een stukje dichter bij de dood.

En ik ga op een pad, 
besprenkeld met helder rood 
- het zonlicht van vandaag -
 voel het heden 
in mijn krampachtig dichtgeknepen hand
langzaam wegglijden
als droge korrels zand.

Mijn hoop, mijn leven,
ze zijn bijna verdwenen
uit mijn leden die zachtjes beven.
 Onzeker, durf ik niet meer beslissen;

zal ik verder gaan,
of toch maar alles weer teruggeven?






- DagEnDauw -








maandag 29 september 2014

Wilde ganzentijd

Rite, mythe, fabel of fantasie?
foto DagEnDauw 






















Het wordt ten stelligste afgeraden om lang tussen tamme ganzen te vertoeven. Eerder nog ben je zelf getemd dan dat je een enkeling wild van hart zou maken. Het zijn vergeefse pogingen.
Daarom vlieg ik ieder jaar de wilde ganzen tegemoet, wanneer de koeien nog hun natte neuzen en zachte uiers in het bedauwde gras duwen; zwalpende onheilsbrengers zich krassend tot de vlucht verzamelen en hun inktzwarte vleugels over gekortwiekte maïsvelden uitslaan terwijl de grote vuurbol, de buikranden van witte nimbuswolken in lichterlaaie zet.

Omdat de herfst me naar binnen tracht te drijven, vlucht ik weg op de wieken van mijn gedachten. Het is niet de duisternis die me schrik aanjaagt, o nee. Ik houd van het donker en de zaligmakende rust. Doe zelfs niets liever dan langs de dijken dwalen rond middernacht. De bijna totale stilte waarin alleen het zacht ruisende water en het ritselen van gewassen wordt doormaasd met het tsjirpen van krekels die zich niet in bedwang kunnen houden, vind ik overweldigend. Wanneer de maan daar overheen een glanzend vernislaagje legt, maakt dat alles mij uitzinnig tevreden met het leven. Een wereld voor mij alleen, geen levende ziel te bespeuren, dat is puur genieten.

Neen, waar ik koude rillingen van krijg is, wat er in die najaarsduisternis besloten ligt; datgene wat de dingen hun kleuren ontvreemd… De onmacht die de bladeren aan de bomen ontrukt, de zon te vroeg over de eindlijn van de dag duwt, de laatste bloemen van alle geur ontdoet, de dagen hun warmte ontneemt en de nachten tot zwarte krochten maakt. De nakende dreiging die de vogels hun vreugdevolle zingen belet en het hunebed spreidt voor de stervende Pan.

Wanneer moerasgeesten, mij ’s morgens vroeg vanuit de wissen wasmand aangrijnzen met hun oude koppen en hier het voorgeborchte van de winter ontsluiten door de hellepoorten van gemis te openen; wanneer het verdriet van een verloren strijd om het eeuwige leven tastbaar wordt, dwingt de tijd me de zon van het Noorden achterna te gaan.
Zó behoed ik, met mijn eigen leven, de vonk diep in mij die in de lente alles weer zal wekken.

Ik hoor de roep, ik ga… en word Dún Fhearghusa’s dwaallicht in een millennialang vergeten verhaal, op zoek naar een toevluchtsoord tegen midwinternacht.





° O °






vrijdag 15 augustus 2014

Bijna rond






Als ook de vrucht der kennis is geschild,
slechts leegte in onze handen en mouwen zit,
het leven naakt en compleet ontpit 
voor onze ogen ligt ...

Wanneer het laatste oordeel is geveld
door god weet wie en kleine Pier
kunnen we eindelijk weer gerust in en uit
-ademen,

spelen en blij zijn als een kind
dat zich verwondert over
een kleinigheid, 
een bloem die ontluikt, een vogel die zingt.

Fantasie heeft opnieuw een vrije loop
De lach een kans, we rekenen nergens meer op
want "het" woord was maar "een" woord
ons weten faalde, weten we,
we weten alleen ; we weten nog van




NIETS  IETS  TSSSSS  S






een zure appel - zure appel - appel






Woord en beeld : DagEnDauw







woensdag 23 juli 2014

Een geintje


met het begijntje






uit de bol




Het laatste daglicht viel uit de lucht
De wind slaakte een zwoele zucht, 
We waren beiden in onze schik
die vrolijke begijn en ik.

In haar hofje van melk en honing
leidde zij mij in bekoring,
strooide wat maanzaad over de grond
en danste er met veel vuur in rond.

We zongen en feestten de hele nacht
slaapdronken werden we met de nieuwe dag bedacht
Gelukkig maar, dat er geen haan naar kraait
wanneer zo'n begijn eens flink met je pierewaait.





- DagEnDauw -









vrijdag 18 juli 2014

Shāh māt




... of "Verslagen koning" (letterlijk uit het Farsi)  



شاه مات



De witte monarch is gezwicht

Een nachtegaal heeft hem 
zingend
voetje gelicht


Tegen de genadeloosheid van die duistere koninginnen
valt maar weinig te beginnen.


DagEnDauw





                                              "Der hölle rache" uit "Die zauberflöte" van W.A. Mozart







't Is all a Chequer-board of Nights and Days
Where Destiny with Men for Pieces plays:
Hither and thither moves, and mates and slays,
And one by one back in the closet lays.




naar Omar Khayyām  - 11e eeuws Perzisch filosoof en dichter -







Weet je :

Vandaag begon de ochtendschemering om 04 u 57 en  kwam de zon op om 05 u 42

Ze ging onder om 21 u 50, de schemering voleindigde om 22 u 34 
Morgen begint de dag 1 minuut later en de nacht 1 minuut vroeger.
Geniet ervan!





woensdag 4 juni 2014

Lentemijmering




... Vandaag wil ik iets liefs verzinnen
over bloemen die bloeien op een lentedag,
over de kracht van eeuwenoude bomen
de warmte van die eerste zonnelach





Laten we blootvoets door de velden rennen
rivieren volgen tot aan de zee.
We maken van alle zorgen papieren bootjes
en geven ze aan de golven mee...
























Kanttekening :

Dit fragmentje is wat ik me nog herinner van het gedichtje dat ik op m'n zeventiende schreef voor de verjaardag van m'n toenmalige beste schoolvriendinnetje H.  Zou zij het bewaard hebben of het zich nog herinneren, vraag ik me af? 







dinsdag 20 mei 2014

HI ! EU


























Call this a bird,

 but it still remains a parasite.      









Spotprent by DagEnDauw 
Beeldmateriaal ontleend bij:
http://www.mlf.science.ru.nl/leo_meerts/maps/belgie.gif (Kaart van België)
http://nl.wikipedia.org/wiki/Koekoek_(vogel)#mediaviewer/Bestand:Reed_warbler_cuckoo.jpg (koekoeksjong en karekiet)
http://www.jcidiksmuide.be/debat/europa.html (Europese vlag)




donderdag 8 mei 2014

Gras maaien





Schepseltje klein

Zal je er morgen ook nog zijn?





Gisteren, vlijtig bezig met het maaien van het gras, viel mijn oog plotseling op dit kleine wezentje.
Onooglijk zat het daar, ingedut  onder de kerselaar in het gras, duidelijk nog niet klaar om zich hoger dan twee centimeter boven de grond te begeven.
Gelukkig had ik het tijdig opgemerkt of ... neen ik mag er gewoon niet aan denken.
Hoe dan ook, mijn gras riep erom gekortwiekt te worden, hoewel dit stumperdje vast niet.
Een beetje versuft nog, liet het zich zonder weerstand te bieden omvatten door mijn handen, maar boven mijn hoofd hoorde ik in de kerselaarskruin wel behoorlijk wat protest.

Ik was dus beslist niet de enige die zich zorgen maakte over dit jonge leven en dat stemde me al veel geruster.
Achterin de tuin groeit een dikke bos grootbladige klimop die zijn ranken beschermend over de aarde heeft gelegd. Daar leek het me veilig genoeg om het vogeltje tijdelijk te verbergen voor rovers en grasmachines. Ik liet het er weer vrij, hopend dat zijn ouders het wel zouden terugvinden.
Zodra ik mijn handen opende wipte het de grond op en kroop onder het bladerdek, vervolgens toog ik opnieuw aan de slag.

Na de maaibeurt, bleek het merelkuiken verdwenen. Toch liet dit voorval me niet los. Temeer omdat er geen zekerheden zijn, al helemaal niet over de levensduur van jonge merels en het nog zo'n lange weg leek te moeten gaan alvorens zijn vleugels uit te kunnen slaan.  Maar ook omdat ik jammer genoeg de kans had verkeken om deze pasgeborene op de gevoelige plaat vast te leggen toen ik de gelegenheid had. Voorlopig dus geen getuigenis van zijn bestaan. 

Zodra de natuur na de winter weer herleeft, maak ik elke morgen een ommetje door m'n tuin om te zien hoe alles groeit en bloeit en er zijn gangetje gaat, zo ook deze ochtend. En raad eens wie me als eerste kwam begroeten toen ik naar buiten stapte? Inderdaad. 
Merlotje had tot mijn grote vreugde deze nacht alvast overleefd en wou daar maar wat graag van getuigen zo bleek. Daar heb ik vanochtend natuurlijk gretig gebruik van gemaakt. Dat spreekt voor zich, een ezel..., weet je wel?

Hier is alvast nòg een plaatje want het bovenstaande is vanzelfsprekend eveneens pas vanmorgen vastgelegd. En nu maar duimen dat dit jong ook volwassen mag worden, ik zou voor zijn avondliedjes maar al te graag wat kersen met hem delen deze zomer.


Nuttige wenken :


Elk jaar worden er duizenden jonge vogels (al dan niet vermeend) in nood, mee naar huis genomen om ze daar te verzorgen, maar dit vraagt toch iets meer kennis dan de meeste mensen vermoeden. Daarom enkele tips om een aantal logische maar ernstige fouten te voorkomen. 

Brood en melk is voor alle jonge dieren slecht tot zelfs dodelijk! 

Een belangrijke fout die vaak gemaakt wordt is het meenemen van jonge merels en lijsters die op de grond zitten omdat ze niet vliegen. Alvorens een jonge merel echt kan vliegen is hij doorgaans al lang het nest uit gehupt. Hulpeloos en als kant en klaar brokje voor katten zit zo'n beestje onder een heg of struik om zijn moeder te schreeuwen. Het klinkt vast raar, maar dat hoort zo. Het advies is dan ook, gewoon laten zitten als hij er uitziet zoals op de foto hierboven. Zelfs als hij nog wat kleiner is, is het normaal dat hij het nest verlaten heeft. 

Een mereljong dat rondhuppelt en al wat veren heeft kan je ook niet meer terugzetten in zijn nest want hij wipt er meteen weer uit. Mocht het nog geheel donzig zijn of door een kat bejaagd dan is eerste hulp wèl gewenst en moet er gevoerd worden. Erg verzwakte jongen kan je weer wat oplappen door ze een beetje opgeloste druivensuiker met water in de bek te druppelen. Sperren ze eenmaal, dan is kattenvoer uit blik tijdelijk een geschikt alternatief. Daarvan kan je om het uur kleine stukjes in het open bekje doen tot het stopt met bedelen. In principe kan je ze op die manier groot brengen. Extra meelwormen (kop eraf), een klein beetje eivoer of wat universeel voer erbij is prima. Gemalen vlees is op zich goed voedsel als je niks anders in huis hebt. Regenwormen kunnen ook, maar volstaan niet.  

Zodra de jonge merel zelf eet en zijn staartveren volgroeid zijn, kan hij vrijgelaten worden. Als overgang naar de vrijheid is het aangewezen de vogel weer schuw te maken voor je hem loslaat. Vogelopvangcentra, hebben daarvoor voldoende ruimte en de nodige volières voorhanden. Het blijft dus raadzamer een jong in nood naar een gespecialiseerd vogelopvangcentrum te brengen indien er zich toevallig één in je buurt bevindt. 










dinsdag 15 april 2014

Het gewicht van bergen


Iets opbouwen vraagt om een inspanning, energie, dat valt moeilijk te ontkennen. In de natuur gaat dit gepaard met geweld. Er staat geen moraal tussen opbouwen en afbreken. Het gebeurt gewoon. Bij de mens echter, gaat dit voortdurend samen met keuzes maken.

Afbreken gaat makkelijker, sneller, schijnbaar moeiteloos en doorgaans zonder al teveel nadenken. Vandaar dat het ook zo leuk is om dingen af te breken. We doen het allemaal, van kindsbeen af en kunnen er intens van genieten. Het is de natuur die ons beweegt. Alvorens iets kan worden opgebouwd dient doorgaans iets anders afgebroken te worden. Het moment vóór de afbraak stemt ons verwachtingsvol, maar ook angstig. Welk van de twee de overhand krijgt, zal maken dat de afbraak plaats vindt en of er vervolgens ook weer zal opgebouwd worden. Er zijn immers geen leegtes in het universum die wachten op invulling. Dat is slechts een illusie die de mens graag voor zichzelf creëert.
Neem bijvoorbeeld het witte doek van een schilder, ook dàt is geen leegte. Het is maagdelijk wit, jawel, maar niet leeg. Alles wat erop komt, breekt dat egale witte vlak. Schilderen is in essentie een ontmaagding. Iets wordt vernietigd en er komt wat anders voor in de plaats. Je weet nooit wat daarvan de gevolgen zullen zijn. 

Verwachting en angst dus. Het ene stuwt verder, het andere remt af, zet aan tot nadenken wat het doen en de vreugde ervan wel eens in de weg staat, want met het denken en vanuit de twijfel ontstaat ook de moraal. Hoe verfijnder datgene wat wordt opgebouwd, des te behoedzamer de bouwer wordt.
Onnadenkendheid gaat immers ten koste van de levensvatbaarheid en duurzaamheid van zijn project en bewust of onbewust is opbouwen een streven naar onsterfelijkheid, een vechten met de tijd op leven en dood. Een tevergeefse en ongelijke strijd nochtans, gezien de mens onmogelijk kan winnen.

En dat is wellicht het grote verschil tussen natuur en cultuur; de natuur als geheel is willoos en intrinsiek aan zijn eigen wetten onderworpen. (Eigenlijk had ik de neiging te schrijven: "de natuur onderwerpt zich aan zijn eigen wetten" maar de natuur heeft niet de ambitie zoals de mens om boven zichzelf uit te stijgen ze is allesomvattend en in die hoedanigheid niet bij machte naar wat dan ook te streven.) En hoe graag we ook het tegendeel geloven, de mens ontsnapt nièt aan die natuurwetten, we staan er nièt boven; zijn en zullen altijd slechts een deeltje van die natuur blijven. En daar bepaalt de tijd de duurzaamheid. Het leven is voortdurende beweging en verandering. Opbouw en afbraak. En zo lang er beweging is wint de tijd ... maar is er ook leven.

Want scheppen beperkt zich niet tot het ontlokken van leven aan de dood dat op zijn beurt streeft naar vervolmaking, maar zet zich contradictorisch genoeg ook voort in de vernietiging van volmaaktheid aangezien deze een stilstand impliceert ... Kort samengevat heet dat "de cirkel van het leven", die de mensheid volgens mij nooit bij machte zal zijn te doorbreken zonder daarbij ook zichzelf te vernietigen ...


(Enkele bedenkingen bij dit poëtische natuurfilmpje van Studiocanoe dat ik gisteren op Vimeo ontdekte)











vrijdag 4 april 2014

Eindelijk













Na een twijfelachtige winter en vroeger dan afgesproken,
zijn ze uit de aarde opgedoken ...


Hier een geheugensteuntje,
daar het eindresultaat.











Foto : Dit snoezige langs de waterkant geplukte lenteboeketje kreeg ik afgelopen zondag met carnaval ten geschenke van mijn lief. Fleurig niet? 






vrijdag 28 maart 2014

Brief aan mijn buren

Tusseninland, 27 maart 2014




Beste buur,



Ik ben Dauw van hier wat verderop en zit al enige tijd met een vraag die ik je graag zou willen stellen, maar waar ik tot nu toe het lef nog niet voor verzameld had. Dit is ze : Krijg jij ook spontaan oprispingen wanneer je hier in de straat zwerfvuil ziet liggen of wanneer het “toevallig” in uw voortuintje belandt? Ja? Wel, ik ken dat.
Telkens ik naar mijn ouders fiets passeer ik plekjes waar het zich lijkt te verzamelen. Dan kom ik daar geërgerd toe, begin een zaag te spannen en verveel er bijgevolg mijn Pa en Ma ook nog eens mee. 

Tot eergisteren, want toen besloot ik resoluut om dat niet meer te doen, die mensen verdienen beter. En ook wij, de bewoners van deze laan, verdienen beter. Niemand leeft graag op een vuilnisbelt, volgens mij. (Oké, zo ver is het nog lang niet, maar we gaan het toch ook niet zo ver laten komen, mag ik hopen). 

Ik broeide dus het volgende idee uit. Toegegeven, toen ik het mijn ouders eergisteren voorlegde, vond moeder het ietwat kierewiet maar, ’t zijn  degenen die zich niets  aantrekken van wat anderen over hen denken, die de wereld een beetje veranderen, heb ik haar geantwoord. Mijn lief en m’n zoon daarentegen vonden het een strak plan. En omdat het ook waar is dat je de wereld maar kan veranderen wanneer je zelf begint, trok ik gisterenavond, de dag voor de ophaalronde,  mijn stoute schoenen aan en toog op pad (een beetje verdoken in de avondschemering, dat wel, want zo graag word ik toch ook weer niet als “kierewiet” bestempeld) en verzamelde het zwerfvuil dat aan de straatkanten lag, in een grote plastic zak die ik had meegenomen en naderhand thuis in de vuilniszak deponeerde. Vandaag, voor de middag, was het hele zootje al in de buik van de vuilniskar verdwenen.


Heb je al opgemerkt hoe proper ze er vandaag bijligt, onze laan? Dat heb ik gedaan, ik ben er wel een klein beetje fier op. En ja, ik had daar een vuilniszak voor over als op die manier mijn omgeving aangenamer wordt om naar te kijken, want ikzelf word daar namelijk ook opgeruimd en vrolijk van.
Ik zie het zo : de straat waarin we wonen, dat zijn wij zelf; onze gemeente da’s ieder van ons. Neem de bewoners weg en het bestuur heeft niets meer om te besturen ...  ’t Is toch waar? Kunnen we er dan niet beter iets gezellig van maken i.p.v. ons te ergeren en te zagen en alsmaar te wachten tot de gemeentediensten de rommel komen opruimen?  Eerlijk gezegd, één straat opruimen, zoveel werk was dat eigenlijk niet, en het zou al helemaal niets meer betekenen als ieder van ons een handje toestak. Zelfs de hoeveelheid vuil viel mee en de smoezelige handen die ik aan mijn avondwandeling overhield waren met wassen zó weer proper. Ik moest enkel mijn trots eventjes opzij zetten, da’s alles.

Die ergernissen daarentegen plaagden me al vééééél te lang, zijn veel kwalijker voor mijn gezondheid en niet zomaar weg te krijgen met wat water en zeep. Dus onder het motto : “Geef zwerfvuil onderdak in de vuilniszak” heb ik die er dan ook maar meteen bij gesmeten ...  Opgeruimd staat netjes. En zo zou ik het ook graag willen houden.

En dan nu  "mijn advies" : Laat niemand je tegenhouden, wanneer je de behoefte voelt om in de toekomst te doen zoals ik en je buurt op te ruimen wanneer er weer eens een zak zijn vuil verloren is in de goot, je voortuin of het voetpad voor je huis.
Want zeg nu zelf, vind jij het niet fijn, wanneer de straat waarin we wonen altijd netjes zou zijn?




Een hartelijke groet van een opgeruimde Dauw








vrijdag 14 maart 2014

Voorwaar, haast voorjaar ...









Een zachte zucht lente in de lucht,
aan een bijna wolkeloze hemel ...
Enkele dwarsliggers niet meegeteld
die uitwaaierende heliumlijnen trekken
van noord naar zuidelijker oorden.


Klinkklare onzin in
klankkleurige deci-bellen
uit lekker bekkend gevogelte
dat een extra toontje hoger zingt.
Zinderende knoppen
barstensbol staand van
bonte verwachtingen.


Jaja ze hangt er al, als een
glinsterende dauwdruppel
aan de wasdraad, die
nog net niet loslaat
om in de volle aarde
haar sprankelende hoop
te verspreiden.




- DagEnDauw -

vrijdag 21 februari 2014

Een ochtend op de winterwei




Ze dragen de weemoed op hun rug

herinneringen aan verre tochten

In hun manen de geur van

kampvuur nog

en plaatsen die ze ooit bezochten


Spits

de oren naar de wind

alsof ze luisterend naakrakende wielen

de stem van hun menner op de bok

voelen dansen in hun zielen


In de winterwei draven ze aan mij voorbij

en worden vage schimmen

Weer op de fiets denk ik wat is vrij

en zie met een hartslag in galop

de zon met hen naar boven klimmen





DagEnDauw -




Op mijn fotoblog  dezelfde woorden bij een ander beeld van,
ik dacht Tinkers of Gipsy Vanners, maar kan iemand met meer kennis van paarden mij met zekerheid vertellen welk paardenras dit werkelijk is? 







dinsdag 11 februari 2014

In dialoog met de toevalligheden van het leven



Al zolang ik me kan herinneren, sprong ik bij momenten van weemoed met pak en zak op de fiets om dat gevoel kwijt te raken aan het water van de rivier. Ik reed stroomopwaarts langs de Scheldedijk maar tegen de tijd dat de Durmemonding in zicht kwam, zat ik al neuriënd in het zadel. De stroom had mijn beslommeringen verzwolgen. Het werkte iedere keer.



Vandaag werd ik uitzonderlijk weer naar de waterkant gedreven. Waarom? Dat is een tè lang verhaal. Mijn gemoed voelde zo zwaar als het dreigende wolkendek boven mijn hoofd. De kraaien krasten in de bomen langs de weg en schreeuwende meeuwen hingen laag, vechtend tegen de wind, ik tegen mijn tranen. Soms is het water tussen twee mensen té diep en het verdriet met de jaren zo gegroeid dat het niet meer weg te fietsen valt. We willen zoveel herinneren, maar soms wou ik dat we ook eens vergeten konden. Dat we opnieuw begonnen vanaf een wit blad, met een schone lei. Ik vond een vuilnisbak aan het veer en heb er alle nare gedachten in achter gelaten, me afvragend; wanneer jij? 

Het antwoord was een genadeloze regenbui ...




De kladversie van dit verhaal ♦ ligt hier, onder een verwelkte hyacint