Er ligt een donker wolkendeken rondom mijn wereldje. De dag raakt ‘s morgens, zelfs al is het negen uur, amper mijn doorgaans lichte huiskamer binnen. Het blijft schemeren…
Regendruppels rollen als dikke tranen over de glazen ogen van mijn huis. De weemoed van druilerige winterdagen sluipt als een geniepig beest rond en gluurt door vensters en spleten naar binnen, klaar om aan te vallen. Maar ik laat het niet toe. Niet nu. Er staat een krijger aan mijn zij die het monster helpt verjagen.
Dapper en beheerst hanteert hij de wapens: woorden die de ene keer als bliksemschichten vlijmscherp en gericht de vijand op de loop doen slaan, een andere keer zacht en teder als balsem voor de wonden die in mij werden geslagen, of meeslepend in een roes, als warme wijn, verweven in spannende verhalen.
Het is alweer december, de maand waarin de tijd knabbelend aan een etmaal, de uren zonlicht verdonkeremaant tot er nog nauwelijks kraaltjes van overblijven na iedere bijna eindeloze nacht; de gure wind in zijn ijver, luidkeels hijgend, overzeese wolkenkuddes aansleept ze in stukken rijt en ze als watergeesten of ijsnevels door bossen en velden jaagt om ze vervolgens te versnipperen tot droppels ijswater, kristallen balletjes of witte wollen vlokjes.
Lange nachten … korte dagen …
Toch laat ik dit jaareinde geen muizenissen toe.
Toch laat ik dit jaareinde geen muizenissen toe.
Des ochtends na het ontbijt, nestel ik me gewapend met potlood of pen, én papier aan de eettafel en vermaak met geschrijf en andere lijnen mijn ‘winterbloes’ tot een kleurrijk lappendeken, dwaal door het huis gewapend met een fototoestel op zoek naar flitsende plaatjes, ga met olieverf en een blanco geest mijn canvas te lijf of regel keurig mijn administratieve zaken.
Des middags na een homp brood en een kop hete soep, stem ik mijn cello op de tonen van de wind en strijk vervolgens de kreukels in zijn stembanden glad. Of rikketik met de regen mee, ritmes op het computerklavier. Knap samen met de kabouters nog vlug wat vergeten klusjes op in mijn tuin of doe boodschappen worstelend met de slagregen en de westenwind.
Geen tijd verzaken, bezig blijven luidt het advies. Wat me vroeger terneer drukte wordt opeens, muziek, kleur, verhaal of een spel. Herfst noch winter kunnen me langer deren, alles is plots goed en wel.
En ‘s avonds en ‘s avonds en ‘s avonds is het nóg beter. De duisternis brengt gezelligheid wanneer ik kaarsjes aansteek. Ik nestel me in een wollen deken achter een kop warme melk met honing en neem een boek ter hand. De krijger in mijn hoofd en hart, nu zittend op de bank, jaagt zwarte gedachten weg en geeft zelfs aan de treurigste jaargetijden iets kleurrijk en apart!
Dierbare bezoeker,
Ik wens u sprankelende eindejaarsfeesten en een gezond, voorspoedig, succesvol, kreatief en zorgeloos 2013.
- Dauw -