Tussendoortje
“Wedewedeweet jij wel wat ik net ontdekt heb? En nee, geen geheimpje over ééntje van onze familie”.
“Goh – laat me raden … Een voorwerp misschien?”
“Jep”.
“Iets om op te zitten?”
“Eh nee. Nou ja, dat kan eigenlijk ook.”
“Iets om op te schommelen dan?”
“Ja en nee. Het is meer dan alleen maar dàt…”
“Hint, … hint …hint … peulease ?”
“ Oké een kleintje dan. Hier zo : Smik, smik smik smik smak …”
“Oooh, iets om op te eten …!?!”
“Ssssst! Tsj …, tsj …, tsj …, tsj …, tsj …, Wees stil! Straks hoort Bonte Specht je nog en je weet wat voor een schrokop dàt is!
Wel verdraaid kijk daar, die valse tang van een ekster op het dak heeft ons vast zitten afluisteren. Ik zag hoe ze veel te plots haar kop naar je toedraaide en wegvloog. Tsss… die nieuwsgierigheid in haar blik voorspelde niet veel goeds. Kom mee! Ik zal het je laten zien.
En zet er maar wat vaart achter of we zijn nog de laatste.”
Deze morgen stond ik voor het raam en ontdekte in de Robinia, hoe de eerste koolmees de apennootjes die ik dit weekend tot een krans had geregen, benieuwd inspecteerde. Ze wipte van de ene tak op de andere en naderde steeds dichter het vreemde object.
Haar kopje draaide onderzoekend van links naar rechts. Ze rekte haar hals in vreemde bochten om alles goed van onder tot boven te kunnen bekijken. Ze begluurde ieder gaatje, scheurtje en draadje dat los of vast zat, tot ze zeker wist dat ze niet door haar ogen werd bedrogen. Toen … - net wanneer ik de indruk kreeg dat ze zich vergewist had dat de kust veilig was - … vloog ze toch wel weg zeker. Die gekke mees.
Amper een tweetal minuutjes later arriveerde natuurlijk al een ekster. Die landde op de top van een houten paal in de buurt van waar het snoer hing te bungelen en wipte vervolgens met veel omhaal, van de ene op de andere tak, tot vlak bij de notenkrans. Haar staart als roer gebruikend om het evenwicht te vinden, wiegde ze heen en weer op de meest nabije twijg die haar gewicht nog dragen kon. Zij was daadwerkelijk de eerste die een noot wist los te wrikken. Althans toch een stuk ervan. Ze nam het kleinood in haar bek en vloog ermee naar het grasveld in het midden van de tuin.
Wat is het hier ‘s ochtends een gewemel vanjewelste wanneer het wat kouder begint te worden en er zaden en noten zomaar te grabbel hangen. Wanneer de bosduiven, de Turkse tortels en de eksters vertrokken zijn op hun verdere strooptocht naar voedsel, arriveren eerst de wriemelende fladderige opgewonden en nieuwsgierige mezen, even later volgt een troep kwetterende, drukke mussen met in hun kielzog een aantal vinken en vervolgens één, twee of misschien wel drie “nesten” ruziënde merels die amper een viertal maand geleden uit hun ei braken.
Maar vandaag zag ik voor de tweede keer de voorbije dagen de nieuwe gast die hier ieder jaar rond Halloween zijn opwachting maakt. Robijn, het roodborstje dat net als in het liedje, fel genoeg is om tegen het raam te komen tikken en zó zijn aankomst te melden, keerde weer.
En dan weet ik natuurlijk meteen hoe laat het is. In zijn dolle vlucht lokt zijn klaterzang een dansende Winterkoningin met zich mee, die op kousenvoeten maar met rasse schreden nadert.
Dàt geef ik jullie alvast op een blaadje, ze is weer in aantocht.
Alleen al door die gedachte ga ik nu meteen rillend de verwarming een heel klein beetje hoger draaien sé…
Iets soortgelijks kan u bekijken op mijn fotopagina ;-)
Meestal neem ik een appel tussendoortje maar jouw geschreven apennootjes zijn ook heerlijk.
BeantwoordenVerwijderenWat fijn, Fumelle dat mijn geschreven nootjes jou wisten te raken.
VerwijderenHapklaar, rauw en ongezouten er valt wat voor te zeggen, hoewel ik ze ook graag in het lang en het breed uitgesmeerd met wat 'fine fleur' weet te smaken.
Helaas pindakaas, is zo'n hele boterham op het web iets moeilijker verteerbaar. Maar als ik mag kiezen, voor mij toch graag de minst harde om te kraken...
;-)