We zijn allemaal leden van de ‘aardefamilie’, een schakeltje in het web van het leven. Maar nu claimen ondernemingen de rol van schepper. Ze verklaren dat zaad hun ‘uitvinding’ is en dus een gepatenteerde eigendom.
De Wet van de Zaden stelt de vrijheid van zaden centraal, de vrijheid van landbouwers en van burgers, in plaats van de onrechtmatige vrijheid van ondernemingen om de genetische weelde van onze planeet te claimen als hun eigendom en de vrijheden van burgers te criminaliseren. De vrijheid om zaden te bewaren en uit te wisselen is van vitaal belang in een periode die wordt getekend door diverse crisissen (biodiversiteit, water, voedsel, klimaat en economie) die allemaal deel uitmaken van één grote crisis: die van onze ethiek en onze waarden.
Dit document is gebaseerd op de input en discussies tijdens werkgroepen met prominente advocaten, wetenschappers en leden van de Internationale commissie over de toekomst van voedsel en landbouw. De gesprekken vonden plaats bij Navdanya International in februari 2013 in het Italiaanse Firenze. De tekst bevat latere wijzigingen door de werkgroep en zijn samengevoegd in dit document door een redactioneel team bestaande uit:
Vandana Shiva, Research Foundation for Technology, Science and Ecology/Navdanya, Caroline Lockhart, Navdanya International en Ruchi Shroff, Navdanya.
Hier volgt een excerpt. Het integrale document vindt u in het Engels op
VOORWOORD
Vandana Shiva en de andere
auteurs maken een analyse van de huidige situatie en ontwierpen met een groep
experten "De Wet van de Zaden", gestoeld op de principes van biodiversiteit,
democratie, bescherming van natuurlijke rijkdommen en het welzijn van
toekomstige generaties.
Het huidige systeem van voedselproductie kan op lange termijn niet overeind blijven. Op de vraag hoe we de wereld kunnen voeden, biedt enkel kleinschalige landbouw volgens agro-ecologische methodes het antwoord.
Het huidige systeem van voedselproductie kan op lange termijn niet overeind blijven. Op de vraag hoe we de wereld kunnen voeden, biedt enkel kleinschalige landbouw volgens agro-ecologische methodes het antwoord.
Levende wezens maken zichzèlf. Alle
levensvormen, waaronder ook planten en zaden zijn evoluerende, autonome organismen die voor
zichzelf instaan. Ze hebben een intrinsieke waarde en status. Nieuwe zaden worden niet uitgevonden
door er gewoonweg een gen in te steken. Een toxisch gen zouden we in feite moeten beschouwen als een ‘verontreiniging’, niet als een ‘creatie’.
Bovendien moeten ggo-zaden met toxische genen worden gereguleerd in het kader
van de biologische veiligheid.
Wanneer zij die aan regels moeten worden
onderworpen, zelf de wetten opstellen om de absolute macht en controle over
zaden te krijgen, en dus over het leven zelf, en ze tegelijk elke ecologische
en maatschappelijke verantwoordelijkheid van zich afschudden, hebben we niet
alleen te maken met een voedsel- en landbouwcrisis, maar ook met een crisis van
de democratie. Een bedreiging van het leven zelf...
De Wet van de Zaden spruit voort
uit onze ecologische en democratische verantwoordelijkheid op lange termijn tegenover
onze planeet en haar inwoners. We hopen hiermee een eerste zaadje te planten
voor een nieuw paradigma op het vlak van zaad, voedsel en landbouw.
Net zoals het zaad is dit een werk in
ontwikkeling. U mag het aanpassen en
in uw eigen context gebruiken. De toekomst ervan ligt in uw handen...
Zaden staan aan het begin van
onze voedselketen en liggen aan de basis van onze beschaving. Daarom zou het
logisch zijn dat ze democratisch beheerd worden en als gemeenschappelijk
bezit worden beschouwd. In de huidige situatie is dat echter niet het geval. De
positie van boeren en consumenten wordt ondermijnd en multinationals beheersen
ons landbouwmodel, gericht op monoculturen.
De huidige wetgeving heeft dit
model alleen maar aangemoedigd, en ook in de nabije toekomst lijkt daar weinig
aan te veranderen. Onder het mom van productiviteit en voedselveiligheid wordt
een beperkt aantal geregistreerde en gecertificeerde zaden toegelaten, wat
nefast is voor de biodiversiteit en de gevoeligheid voor ziektes vergroot.
Daardoor blijft de greep van de agro-business en agrochemische sector op onze
voedselproductie groeien. Daarnaast vinden veredeling en zogenaamde
‘veldtesten’ vaak plaats in landbouwkundige onderzoekscentra, onder ‘ideale’ of
kunstmatige omstandigheden. Niet op het veld van landbouwers dus, waardoor
kenmerken die eigenlijk gunstig voor hen zijn over het hoofd worden gezien.
De geplande zaadwetgeving die de
Europese Commissie onlangs heeft goedgekeurd (6 mei 2013), blijft de noodzaak
negeren om de diversiteit van onze landbouw te beschermen en te vergroten.
Bovendien blijft deze wetgeving de belangen van de wereldwijde zaadsector en de
bedrijven boven die van de landbouwers en kwekers stellen.We hopen dat dit
document landbouwers en kwekers helpt om politici ertoe aan te zetten om hun
rechten als ‘hoeders’ en producenten van het zaad te steunen. En dat het hen helpt om
beleidsmakers ervan te overtuigen dat biodiversiteit centraal moet staan in
elke zaadwetgeving, als ze de gevaren van de klimaatverandering en de
voedselveiligheid willen aanpakken.
We hopen ook dat De Wet van de
Zaden de integriteit en onafhankelijkheid van het weten-schappelijke onderzoek
zal helpen te garanderen. En dat dit document wordt gebruikt om de biodiversiteit,
de rechten van landbouwers en het gemeengoed te bevorderen. Maar net zo goed om de onderzoeken naar de
diversiteit, kwaliteit en veerkracht van zaad naar een hoger niveau te tillen.
Onderzoeken die oplossingen zoeken voor de ecologische, economische en voedselcrisis
binnen de context van de klimaatverandering.
DE WET VAN DE ZADEN
DEEL 1
Behoud van biodiversiteit in de
landbouw
Artikel 1
Globale diversiteitsdoelstelling
De wetgeving mag niet in strijd
zijn met de globale doelstelling van het behoud en de verrijking van de
diversiteit.
Artikel 2
Genetische erosie
De huidige uitholling van
plantgenetische rijkdommen voor voedsel en de landbouw (zowel onder soorten,
binnen soorten als op het niveau van de variëteiten) moet een halt worden toegeroepen.
Er moet actie worden ondernomen om de oorzaken van deze genetische erosie aan
te pakken en uiteindelijk weg te werken.
Artikel 3
Plantgenetische rijkdommen als
gemeengoed
Plantgenetische rijkdommen voor
voedsel en de landbouw moeten worden beschouwd als gemeengoed.
Artikel 4
Onderzoeken naar en inventarissen
van plantgenetische rijkdommen voor voedsel en de landbouw
Er moeten onderzoeken worden
gedaan naar en inventarissen worden opgesteld van plantgenetische rijkdommen
voor voedsel en de landbouw. Hetzelfde geldt voor de bijbehorende relevante
informatie en traditionele kennis.
Artikel 5
‘Ex situ’ behoud van
plantgenetische rijkdommen
Openbare instellingen moeten
genetische rijkdommen voor voedsel en de landbouw in stand houden. Er moet voldoende
aandacht gaan naar de correcte documentatie, classificatie, regeneratie en
evaluatie.
Deze collecties moeten vrij
toegankelijk zijn voor iedereen, op voorwaarde dat er geen intentie is om ze
zich toe te eigenen.
Artikel 6
Behoud van plantgenetische
rijkdommen op de boerderij
Behoud op de boerderij betekent het
behoud van plantgenetische rijkdommen op het veld van de landbouwers; het behoud
en gebruik van plantgenetische rijkdommen voor voedsel en de landbouw op de
boerderij moet worden aangemoedigd en ondersteund via bijvoorbeeld publiek gefinancierde
programma’s.
Artikel 7
‘In situ’ behoud
In situ behoud van wilde
gewasverwanten en wilde planten voor de voedselproductie moet worden gepromoot,
ook in beschermde gebieden. Dit door bijvoorbeeld de inspanningen van inheemse
en lokale gemeenschappen te ondersteunen.
Artikel 8
Geen beperkingen op het gebruik
en de productie van plantgenetische rijkdommen door landbouwers.
Niets in de huidige wetgeving kan
worden geïnterpreteerd als een beperking van het gebruik en de productie van
plantgenetische rijkdommen door landbouwers op hun oorspronkelijke locatie.
DEEL 2
Gewasveredeling en zaadteelt
Artikel 9
Landbouwers als veredelaars
Landbouwers en lokale en kleine
kwekers (vooral vrouwen) zijn al gedurende de hele geschiedenis van de landbouw
plantenveredelaars en zaadtelers; Landbouwers kweken met het oog op
diversiteit, kwaliteit en veerkracht, in plaats van volgens de DUS-criteria;
Artikel 10
Technologie en veredeling
Wetenschappelijke
plantenveredeling moet resulteren in een grotere biodiversiteit, een bredere
genetische basis bij gecultiveerde gewassen en de bescherming van traditionele
variëteiten.
Artikel 11
Onderzoeksprogramma’s
In publieke onderzoeksprogramma’s
moet de nadruk onder meer liggen op:
een inzicht krijgen in de kennis
van de landbouwers over veredeling; een verbreding van de genetische basis van
gewassen en een uitbreiding van de beschikbare genetische diversiteit; de
promotie van lokale en lokaal aangepaste gewassen, variëteiten en weinig
gebruikte soorten; de versterking van het vermogen om variëteiten te ontwikkelen
die goed zijn aangepast aan concrete sociale, economische en ecologische
omstandigheden, ook in marginale gebieden; de verbetering en het behoud van
plantgenetische rijkdommen door intra- en interspecifieke variatie te maximaliseren
ten voordele van de landbouwers, vooral diegenen die hun eigen variëteiten
genereren en gebruikenen die volgens ecologische principes de bodem vruchtbaar
houden en ziektes, plagen en onkruid bestrijden; de inzameling van kennis en informatie
over weinig gebruikte gewassen en wilde verwanten van voedselgewassen.
Artikel 12
Bevordering van agro-ecologische,
participatieve en evolutionaire plantenveredelingsprogramma’s
Publieke
plantenveredelingsprogramma’s moeten het milieu en de culturele context
respecteren. Daarom moeten ze een beroep doen op agro-ecologische methodes,
participatieve onderzoeksmethodes en participatief-evolutionaire veredelingsprogramma’s
en er zelfs de voorkeur aan geven. Voor deze Wet van de Zaden worden deze
termen als volgt gedefinieerd:
Agro-ecologische methodes1
zijn methodes die de ecologische wetenschap toepassen op het onderzoek naar en
het ontwerp en beheer van duurzame agro-ecosystemen. Bij deze methodes worden zo
weinig mogelijk agrochemicaliën en energie gebruikt. In de plaats daarvan
vertrouwen ze op ecologische interacties en synergieën tussen biologische
componenten, zodat mechanismen worden opgewekt die het systeem aanzetten de
bodemvruchtbaarheid, productiviteit en gewasbescherming te verhogen; Participatieve
plantenveredeling (PPB) verwijst naar een methodologie die landbouwers,
wetenschappers, personeel, zaadproducenten, consumenten, verkopers, ngo’s enz.
collectief betrekt bij de ontwikkeling van nieuwe gewasvariëteiten, zonder
onderscheid op gendervlak; Participatief-evolutionaire veredeling is een
methodologie waarbij een gewaspopulatie afkomstig van een hele reeks kruisingen
of mengvormen, voor onbepaalde tijd wordt achtergelaten op verschillende
locaties, zodat landbouwers voortdurend nieuwe, aangepaste variëteiten kunnen
afleiden, evalueren en verder ontwikkelen.
DEEL 3
Rechten van landbouwers
Artikel 13
Rechten van landbouwers
De rechten van landbouwers om
vrij gewassen te kweken en te produceren en zaden te winnen, uit te wisselen,
te verdelen of te verkopen moeten volledig worden erkend. Dit in
overeenstemming met de vrijheid van handel volgens de nationale en internationale
wetgeving, en in het bijzonder met
► de Protection of Plant Varieties and
Farmers’ Rights Act 2001 in India2;
►
artikel 9 over de rechten van landbouwers in het internationale
verdrag over plantgenetische rijkdommen voor voedsel en de landbouw.
De rechten van landbouwers zullen
in deze context worden geïnterpreteerd en volledig worden nageleefd en toegepast,
zowel op nationaal als op internationaal niveau. De bijdragen van lokale
gemeenschappen en de rechten van inheemse landbouwers erkennen, zoals bepaald
in artikel 9 van het internationale verdrag, is ook mogelijk via systemen van
collectieve eigendom van lokale variëteiten die de bevolking op
regionaal en/of lokaal niveau toepast.3
Artikel 14
Recht op uitwisseling
De schenking of uitwisseling van
zaden van om het even welke variëteit, of de commercialisering ervan, moet worden gestuurd door
de principes van zaadsoevereiniteit.4 Landbouwers, zaadwinners en tuinders kunnen
niet langer worden vervolgd of gestraft voor activiteiten rond de uitwisseling van
zaden en planten die tot het openbare domein behoren.
Artikel 15
Geen administratieve lasten
Het gebruik van variëteiten en
kweekmaterialen die behoren tot het openbare domein vereist geen registratie,
kosten, traceerbaarheid, certificering of andere administratieve lasten van
private noch publieke operatoren.
De uitdrukking ‘tot het openbare
domein behoren’ betekent niet beschermd door om het even welk
intellectueel eigendomsrecht.
Artikel 16
Etikettering
Voor zaden en kweekmaterialen die
behoren tot het openbare domein en op de markt worden gebracht, volstaat het om
de etiketteringsregels te volgen die de landbouwersgemeenschappen zelf hebben
opgesteld over de naam, de eenvoudige botanische beschrijving, de
kiemeigenschappen en de garantie dat de variëteiten
gezond en zuiver zijn. De etiketten moeten duidelijk,
waarheidsgetrouw en niet verwarrend zijn. Informele uitwisselingen vallen niet
onder de etiketteringsregels.
Artikel 17
Verpakking
Zaden en kweekmaterialen die
behoren tot het openbare domein, moeten niet voldoen aan een of andere
verpakkingsregel, behalve die over de etikettering.
Artikel 18
Rechten van landbouwers als
consumenten
Landbouwers hebben recht op
veilig, betrouwbaar, betaalbaar en divers zaad. Bovendien hebben ze het recht
om vrij planten uit te wisselen met andere landbouwers of kleine kwekers.
Monopolies die landbouwers geen vrije keuze bieden, vormen een inbreuk op de rechten
van landbouwers.5 Elke verkoop van zaden door bedrijven valt onder
de regels over de biologische veiligheid.
DEEL 4
Intellectuele eigendomsrechten
Artikel 19
Octrooien en traditionele
veredeling
Voor alle planten die niet door
transgenese worden ontwikkeld via genetische modificatie, vormen
veredelingsprocessen ‘essentiële biologische processen voor de productie van
planten’. Ze zijn dus niet octrooieerbaar.Producten die afgeleid zijn van traditionele
plantenveredeling en alle traditionele plantenveredelingsmethodes zijn niet
octrooieerbaar,evenmin als veredelingsmateriaal dat wordt gebruikt voor
traditionele plantenveredeling.
Artikel 20
Methode van de volledige inhoud
Bij de vraag of uitvindingen en octrooiaanvragen
in aanmerking komen voor uitsluiting onder de bepaling in artikel 20, moet de
volledige inhoud van de specificatie van de octrooiaanvraag worden beoordeeld
en niet alleen de claims. Technisch noodzakelijke stappen voor en na het proces
en/of noodzakelijke producttoepassingen na het proces worden beschouwd als een onderdeel
van de inhoud van de specificatie, ook al zijn deze niet expliciet opgenomen in
de specificatie en/of de claims van een octrooiaanvraag.
Artikel 21
Onrechtmatige toe-eigening van
traditionele kennis en genetische rijkdommen via een octrooi
De opzettelijke onrechtmatige
toe-eigening van traditionele kennis en genetische rijkdommen via een octrooi
of grove nalatigheid vormen een inbreuk op de openbare orde en moeten worden bestraft
met de verwerping en/of herroeping van de octrooiaanvraag.
Artikel 22
Digitale bibliotheken met
traditionele kennis en biologische rijkdommen
Digitale bibliotheken met
traditionele kennis en biologische rijkdommen moeten worden gepromoot en opgericht
in elk land waar deze kennis en rijkdommen zijn ontstaan. Deze digitale
bibliotheken moeten publieke instellingen zijn en tot het openbare domein
blijven behoren. De inhoud van deze digitale bibliotheken moet wettelijk
bindend zijn voor de octrooiautoriteiten van alle landen. Deze autoriteiten
moeten ze raadplegen als ze nieuwe uitvindingen beoordelen.
Artikel 23
Verzet tegen octrooiaanvragen
door autoriteiten van het land van oorsprong
De autoriteiten die bevoegd zijn voor
intellectuele eigendommen in de landen waar traditionele kennis en biologische
rijkdommen zijn ontstaan, hebben het recht (ongeacht de rechten van andere rechtspersonen) om, zowel binnen
als buiten hun respectieve landen van oorsprong, een gerechtelijke procedure te
starten tegen onwettige octrooiaanvragen en onwettig toegekende octrooien op
traditionele kennis en biologische rijkdommen.
Artikel 24
Plicht tot vrijgave van de bron
van het biologisch materiaal
De bronnen van biologisch
materiaal en traditionele kennis moeten uitdrukkelijk worden vermeld in
octrooiaanvragen die zijn gebaseerd op of gebruik maken van dit materiaal. Zulke
materiaalbronnen opzettelijk verbergen of vervalsen of grove nalatigheid houdt
een inbreuk tegen de octrooiwetgeving in. Zo’n inbreuk moet worden bestraft met
de volledige verwerping en/of herroeping van de octrooiaanvraag
Dit document overnemen? Doe gerust, graag zelfs!
De werkgroep voor De Wet van de Zaden bestond uit volgende personen:
Marcello Buiatti, professor genetica aan de universiteit van Firenze,
voorzitter van het
interuniversitaire centrum voor filosofie en biologie ‘Res Viva’ La
Sapienza in Rome, lid van de nationale milieuraad van Rome.Salvatore
Ceccarelli, autoriteit en pionier op het vlak van participatieve plantenveredeling,
CGIAR, landbouwkundige en gerstteler aan ICARDA
Syrië van 1984 tot 2011, professor emeritus in landbouwgenetica aan de universiteit
van Perugia (Italië).
Fritz Dolder, advocaat, gespecialiseerd in octrooirecht sinds 1985,
pleiter in vele zaken van EPO biopatenting (waaronder de zaak Neem en twee open
zaken over broccoli en tomaten), professor intellectuele eigendom aan de
rechtsfaculteit van de universiteit van Basel (Zwitserland).
José T. Esquinas, expert in plantgenetische rijkdommen en
voedselveiligheid, ervaren autoriteit in globale discussies over beleidslijnen
en ethiek op het vlak van voedsel en landbouw, onderhandelaar bij het internationale
verdrag over plantgenetische rijkdommen voor voedsel
en de landbouw.
Maria Grazia Mammuccini, directrice van ARSIA (het agentschap voor landbouw
en onderzoek van de regio Toscane) van 1995 tot 2010, lid van de Georgofili
Academy, Firenze, vicevoorzitter van Navdanya International (Italië).
Blanche Magarinos-Rey, advocaat, gespecialiseerd in milieu en
stadsontwikkeling, advocaat in de zaak Kokopelli.
Giannozzo Pucci, uitgever/redacteur bij The Ecologist (Italië),
stichtend lid van ASCI (de Italiaanse landbouwersvereniging ter bescherming van
kleine landbouwers en ambachtslui), prominent milieudeskundige en vicevoorzitter
van Navdanya International (Italië).
Vandana Shiva, oprichtster van de Research Foundation for Technology, Science and Ecology (India) en van Navdanya (‘9 zaden’), doctor in de kwantumfysica, prominent milieudeskundige en voorvechtster van de rechten voor landbouwers.
Vandana Shiva, oprichtster van de Research Foundation for Technology, Science and Ecology (India) en van Navdanya (‘9 zaden’), doctor in de kwantumfysica, prominent milieudeskundige en voorvechtster van de rechten voor landbouwers.
2 Onder deze wet heeft een landbouwer het recht om de opbrengst van zijn velden, waaronder het zaad van een variëteit, te winnen, te gebruiken, opnieuw te zaaien, uit te wisselen, te delen of te verkopen zoals dat het geval was voor deze wet van kracht werd.
4 Zaadsoevereiniteit in het kader van informele uitwisselingen betekent zelfbestuur door lokale gemeenschappen. Bij de commercialisering betekent zaadsoevereiniteit de erkenning bij wet van de soevereine rechten van landbouwers.
5 Bowman vs. Monsanto – In 2007 daagde Monsanto Vernon Bowman, een landbouwer uit Indiana, voor de rechtbank voor inbreuken op de octrooiwet. Bowman had zaden gewonnen en geplant die genetisch gemodificeerde Roundup Ready Technology van Monsanto bevatten, hoewel hij deze zaden had gekocht als onderdeel van een mix van niet-gedifferentieerde zaden; en OSGATA vs. Monsanto – De zaak Organic Seed Growers & Trade Association et al. vs. Monsanto werd op 29 maart 2011 ingediend bij een rechtbank in Manhattan, NY, in naam van 60 kleine landbouwers, zaadbedrijven en landbouworganisaties. Die vochten de octrooien van Monsanto op genetisch gemodificeerde zaden aan. Met deze belangrijke rechtszaak wilden ze ook juridische bescherming krijgen voor kleine landbouwers die, zonder dat ze er zelf schuld aan hadden, gecontamineerd hadden kunnen worden door gepatenteerde genetisch gemodificeerde zaden van Monsanto en beschuldigd hadden kunnen worden van inbreuken op de octrooiwetgeving (www.osgata.org).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Lieve bezoeker,
Krabbel hier maar uw gedacht neer.
Ik kan altijd iets bijleren.
Alvast bedankt en nog een prettige dag gewenst.
- Dauw -